Geschiedenis Grootstad Norsbergen

Het was in het jaar 1288 dat een zekere Norbert van Nolten door het Drentse landschap trok. Hij had er inmiddels een flinke voetreis opzitten want hij was op weg naar Denemarken op de jonge Koning Erik VI te ontmoeten, die twee jaar daarvoor aan de macht gekomen was. Deze ontmoeting is er nooit gekomen omdat Norbert in het lege Drentse landschap een verlaten hut vond die hem zo beviel dat hij er besloot te blijven.

Van wat hij verbouwde en de dieren die hij hield kon hij goed in leven blijven, én, ook was er ruim voldoende voedsel om af en toe wat reizende gasten op te vangen. De gasten verbleven graag bij hem en al snel groeide zijn hut uit tot herberg Norbert.

Meerdere reizigers bleven hier hangen en begonnen ondernemingen. Zo groeide Norberts Herberg uit tot klein dorp en er werden nu ook gezinnen gesticht. De naam Norberts Herberg werd afgekort naar Nor’sberg en men vergat hoe die naam ontstaan was, maar iedereen wist wie Norbert was. Hij bleef al die tijd als dorpsvader bekend staan. 

Norsberg werd het centrum van economische groei en technologische ontwikkeling nu er ook een hoop knappe koppen waren komen wonen. Zij deelden hun kennis met elkaar en zo werd de plaats groter en bekender in de regio. De werkplaatsen die ze hadden waren de aller modernste en er werden vooruitstrevende ontdekkingen gedaan. Ook werd er rond 1560 al geëxperimenteerd met hoogbouw.

In 1588, 300 jaar na Norberts aankomst, werd op wonderlijke wijze een ontdekking gedaan die de groei van Norsberg sterk zou laten toenemen en tegelijkertijd het treurige begin van de ondergang zou inluiden. Johannes Smeaton ontdekte een mengsel van kalk en klei dat als het uithardde zo sterk was als steen. Vermoedelijk is dit de voorloper geweest van het bij ons bekende beton dat volgens huidige bronnen pas ontdekt zou worden in 1756.

Met het mengsel van Smeaton kon de Norsbergse hoogbouw hoger en groeide de stad steeds sneller. Welvaart en rijkdom trokken steeds meer de aandacht van heersers en koningen uit de omliggende gebieden en dit wekte afgunst op. Daarnaast begon men bang te worden van de machtige stad. De hoogbouw was al van grote afstand in het verder met laagbouw gevulde landschap te herkennen en men wist niet wat ze van de torens moesten denken.

In het jaar 1799 trokken daarom de Friesen en de Sachsen op tegen de Norsbergers. 24 Dagen lang bulderden de kanonnen en met hels geweld werd de stad volledig verwoest. Hierna rookten en dampte de smeulende resten van de stad nog twee weken. De inwoners die hadden kunnen vluchten werden gevangen genomen. Veel waren het er niet meer.

De ruïne van de stad lag er verlaten bij en de jaren verstreken. Slechts weer en wind bemoeiden zich met de resten van de eens zo machtige stad. Techniek en wetenschap waren tegelijk met het instorten van de torens verloren gegaan. Men vermeed de plek en het verhaal van de grote stad verdween uit de herinnering. 

In het groene Drentse landschap ontstonden in de loop der jaren nieuwe dorpen en steden. Alleen tussen Veenhuizen, Roden en Vries lag dat vreemde gebied met haar hoekige rotsblokken en niemand durfde hier te komen. Er werd gefluisterd dat het hier zou spoken.

Wellicht ziet u nu zelf of dit waar is. Het kon best zijn dat het Norbert van Nolten zelf is die hier ’s nachts nog op de ruïnes te zien is. Ronddwalend en terugdenkend aan de begindagen van zijn mooie en machtige stad die met haar prachtige torens tot in de wijde omtrek te zien was.